Samen Spreken
Samen Denken
Samen Werken

home wie wij zijn wat wij doen en voor wie publicaties contact

25 jaar geleden: mijn eerste kennismaking met het Socratisch gesprek in Duitsland | Erik Boers

Juli 1992: in het jaar dat ik vader werd, maakte ik mijn eerste ‘Seminar’ mee van de Philosophisch Politische Akademie in Berlijn - de bakermat van het Socratisch Gesprek. Die belevenis ligt inmiddels al weer 25 jaar achter me. Kleine kinderen worden groot; mijn zoon Dries is inmiddels afgestudeerd en begonnen aan zijn eerste job. Net als ik destijds. In dat betreffende jaar werkte ik bij Philips Management Training (MT), waar ik vooral bezig was met het verzorgen van opleidingen rond Persoonlijke Effectiviteit, Project Management en Bedrijfskunde voor technici.  Voor mijn MT-collega’s schreef ik een verslag over mijn ervaringen in Berlijn, waarin ik naast persoonlijke lessen ook mogelijke toepassingen binnen de Philipscontext opnam. Dat verslag dook enkele maanden geleden op bij het doorspitten van mijn persoonlijk archief, in het kader van mijn proefschrift. Tot mijn blijde verrassing was het verslag (van dit broekie) goed leesbaar en bevatte het al enkele kernelementen van het onderzoek dat ik momenteel doe naar de theoretische achtergrond van het Socratisch Gesprek in organisaties.

Dit verslag heb ik hieronder integraal opgenomen voor wie geïnteresseerd is in de ontwikkeling van het Socratisch gesprek in organisaties. Aangezien de Word Perfect file niet meer om te zetten was, heeft Brunhilde Legeland de papieren versie gewoon overgetypt en zo geredigitaliseerd.

In oktober van dit jaar ga ik overigens weer eens naar mijn Duitse collega’s - in Münster ditmaal - om te ervaren hoe die momenteel het Socratische Gesprek begeleiden en wat mijn beleving na 25 jaar beroepspraktijk is. Ik ben benieuwd!

Verslag seminar Socratisch Gesprek
Berlijn, juli 1992

Aan het begin van de zomer ben ik een week naar Berlijn geweest om daar een seminar te volgen rond het Socratisch Gesprek, georganiseerd door de Philosophisch-Politische Akademie.

In Nederland heb ik drie keer aan een Socratisch Gesprek deelgenomen. Deze gesprekken worden enkele malen per jaar tijdens een weekend gehouden op de Internationale School voor   Wijsbegeerte, het instituut waar ik werkte voor ik overstapte naar MT. Deze wijze van filosoferen (en gesprekken voeren) beviel mij dermate, dat ik – op aanraden van enkele gespreksleiders in Nederland – besloot deel te nemen aan dit Duitse seminar. De praktijk van het Socratisch gesprek is namelijk in Duitsland ontwikkeld aan de Philosophisch-Politische Akademie, in de jaren twintig van deze eeuw door Leonard   Nelson. In dit verslag neem ik uitspraken van hem op, ontleend aan de redevoering die hij in 1922 hield aan de universiteit van Göttingen met de titel: Die Socratische Methode (Weber Zucht & Co, Kassel-Bettenhausen, 1987).

Doel en werkwijze
Het grootste belang van het Socratisch Gesprek ligt in de oefening van het zelfstandig denken aan de hand van eigen oordelen. Dit gebeurt in een groepsgesprek met maximaal tien deelnemers rond een “inzichtvraag”(i.e. een vraag die niet met verwijzing naar de ‘feiten’ te beantwoorden valt;   bijvoorbeeld de vraag: “Is managen te leren?”). Dit groepsgesprek strekt zich uit over zes bijeenkomsten van twee uur.

Voor het welslagen van dit gesprek wordt een aantal regels gehanteerd.

Regels
  1. In het Socratisch Gesprek wordt nagedacht over wat de deelnemers ervaren   hebben, niet over wat ze alleen maar gelezen hebben. De vraagstelling wordt daarom gekoppeld aan voorbeeldsituaties aangedragen door de deelnemers.
  2. Dit nadenken is een “echt-oprecht-zichzelf-onderzoeken”(Socrates in de Theaetetus). Dat wil zeggen, wanneer een deelnemer twijfels heeft over de stelling die ter discussie staat, dan   moet hij die uitspreken. Maar heeft hij na een oprecht zelfonderzoek geen twijfels meer dan moet hij ook geen twijfel voorwenden.
  3. De deelnemers moeten moeite doen zich begrijpelijk uit te drukken. Zij moeten zo beknopt zijn dat een gesprek mogelijk wordt en “het lange betoog maar voor een andere keer bewaren” (Socrates in de Gorgias).
  4. Iedere deelnemer moet zich niet alleen op zijn eigen gedachten concentreren, maar zich inspannen ook die van de ander te begrijpen.
  5. De gespreksleider moet ervoor zorgen dat het begrip van de deelnemers voor elkaar groter wordt dan oppervlakkige instemming, zodat nauwkeurig wederzijds   begrijpen wordt bereikt.
  6. Filosofische gedachten worden in algemene en dus abstracte uitspraken uitgedrukt. Of iemand bij zo’n algemene abstracte uitspraak iets duidelijks denkt, dat wil zeggen of zijn uitspraak meer is dan woorden, blijkt pas wanneer hij in staat is het algemene abstracte toe te lichten aan concrete, voor de deelnemers ervaarbare voorbeelden. In het Socratisch Gesprek wordt elke algemene, abstracte uitspraak aan deze test onderworpen.
  7. Het onderzoek van een vraag is voor het Socratisch Gesprek zolang niet afgesloten als ten aanzien van deze vraag in de gesprekskring nog elkaar tegensprekende opvattingen worden aangehangen.

Deze regels worden streng gehanteerd. Dat heeft iets paradoxaals.
   “Deze kunde om tot vrijheid te dwingen, vormt het eerste geheim van het Socratisch Gesprek.”


Het Socratisch Gesprek in de praktijk

Hoe verloopt zo’n gesprek in de praktijk? De deelnemers krijgen van te voren de opdracht om bij de te behandelen vraag een voorbeeldsituatie uit eigen ervaring te leveren. Aan het begin van het gesprek noteert de gespreksleider alle voorbeelden in steekwoorden op een flipovervel.  Vervolgens wordt er een voorbeeld uitgekozen. De selectie vindt plaats op basis van instemming van de deelnemers en de inschatting van de gespreksleider over de vruchtbaarheid van dit voorbeeld. Met name de instemming van degene die het voorbeeld levert is nodig, omdat deze in de volgende fase van het gesprek stevig uitgevraagd wordt door de overige deelnemers. Tot in het kleinste detail moet het voorbeeld iedereen helder voor ogen komen te staan.
Dit zijn de eerste twee stappen in het Socratisch Gesprek. Deze stappen worden vastgelegd op een flipovervel en krijgen steeds een nummer. Elke relevante vraag, stelling of verduidelijking die vervolgens opduikt in het gesprek wordt opgeschreven, genummerd en van de naam van de leverancier voorzien. Het gesprek gaat niet verder voordat iedereen de laatst genoteerde stelling begrijpt en er mee instemt. Zo ontstaat er voor iedereen zichtbaar een voortgangsrapport. Bij aanvang van elke bijeenkomst wordt de afgelegde weg verkort herhaald.

In Berlijn voerden wij een Socratisch Gesprek naar aanleiding van de vraag: ”Wat betekent het om een uitspraak te onderbouwen?”. Als voorbeeld kozen wij de huiselijks situatie die Hana aandroeg. Haar dochter vroeg of ze met enkele vrienden naar het buitenland mocht liften. Hana stelde dat dat niet mocht en droeg daar uiteenlopende argumenten voor aan.

Wanneer de voorbeeldsituatie geheel duidelijk is gemaakt, wordt langzaam geabstraheerd van deze concrete werkelijkheid naar de algemeenheid van de vraagstelling. Elk stapje wordt getoetst aan het voorbeeld.

De argumenten die Hana aandroeg ter onderbouwing van haar stellingname konden in de ogen van de deelnemers twee functies hebben: overtuigen of verhelderen. Aan Hana de vraag welke functie de argumenten hadden. Als algemene vraag gingen we in op de mogelijke functies van argumenten en de wijze waarop ze ontstaan.

Verwarring en traagheid
Het Socratisch Gesprek kenmerkt zich door een structurele traagheid. Elk woord wordt afgekloven, bij wijze van spreken. Dit dwingt de deelnemers om hun intuïties en gedachten zo zorgvuldig mogelijk te formuleren. Dit hangt samen met het uitgangspunt van de Socratische dialoog, dat wij allen intuïtief notie hebben van de waarheid. Maar het is razend moeilijk om die intuïtie goed te verwoorden en zo tot gemeenschappelijke kennis te maken. Nog belangrijker dan het zorgvuldig formuleren van de eigen gedachten is de noodzaak tot zorgvuldig luisteren en vragen stellen. Weet je zeker wat de ander bedoelt met de zin die hij of zij op het bord schrijft?

De gespreksgroep in Berlijn bestond uit drie leraren, een informaticus, een beeldhouwer, twee huisvrouwen, een management-trainer en een politicologe. Leeftijden tussen 30 en 70. Ieders denkwijze kwam in de loop van het gesprek boven tafel. Het was frappant hoe interessant en wezenlijk de inbreng van de anderen was. Als ikzelf vastliep boden de perspectieven van hen een uitweg uit het labyrint van mijn gedachten.

Als deelnemer zie je regelmatig door de bomen het bos niet meer. Hoewel je een behoorlijke opleiding achter de rug hebt, blijk je niet eens je eigen gedachten in fatsoenlijke zinnen te   kunnen vatten. Mensen blijven maar vragen! Elke nieuwe wending in het gesprek brengt je verder in verwarring.

“De leraar filosofie die niet de moed heeft om zijn leerlingen bloot te stellen aan deze verwarring en ontmoediging, berooft ze niet alleen van de vaardigheid om hun doorzettingsvermogen te ontwikkelen, maar hij leidt ze om de tuin wat hun eigen kunnen betreft. Hij maakt ze oneerlijk tegenover zichzelf.”

Die verwarring is een noodzakelijke voorwaarde voor een goed filosofisch gesprek. Maar om die   verwarring wat hanteerbaar te maken, wordt er in het Socratisch gesprek af en toe een ‘strategie-gesprek’ ingelast. Tijdens dit gesprek, dat los staat van het inhoudelijke ‘zaak-gesprek’, wordt er afgewogen hoe de groep het beste verder kan gaan.

Meta-gesprek
Om het beeld compleet te maken, moet nog worden vermeld, dat naast het ‘zaak-gesprek’ ook regelmatig een ‘meta-gesprek’ wordt gehouden. Tijdens dit gesprek kan elk ‘behagen en onbehagen’ over de gang van zaken in het zaak-gesprek worden geuit. Om het verschil in doelstelling met het zaak-gesprek te markeren, fungeert één van de deelnemers als voorzitter   tijdens het meta-gesprek. Vaak wordt dit gesprek aangegrepen om onderlinge irritaties door te spreken. Ook kan de gespreksleider toelichting geven op zijn manier van werken.

Resultaat
Het zal de lezer waarschijnlijk niet verbazen, dat veel Socratische Gesprekken voortijdig afgebroken worden. Vaak is men niet veel verder gekomen dan het helder voor ogen krijgen van de vraag of de voorbeeldsituatie. Niet zelden leeft er een gevoel van teleurstelling bij de deelnemers na afloop, gewend als ze zijn aan workshops met concrete ‘resultaten’.
Het eerste doel van het Socratisch Gesprek is echter niet het beantwoorden van de uitgangsvraag. Weliswaar wordt er over relevante vragen gediscussieerd en is een verkenning van mogelijke antwoorden erg leerzaam. Maar belangrijker is de gedisciplineerde wijze waarop je met de vraag aan de slag gaat. Een werkwijze die duidelijk maakt, dat je niet te snel moet denken dat je weet   wat jij bedoelt of wat een ander bedoelt. De zo afgedwongen traagheid doet je vervolgens kritisch kijken naar de overeenstemmingen die je in het dagelijks leven vaak denkt te bereiken onder hoge tijdsdruk.

Rol gespreksleider
De gedisciplineerde wijze van discussiëren vraagt veel van de gespreksleider. Hij houdt de regels nauwlettend in de gaten. Zonder er natuurlijk een saaie bijeenkomst van te maken. Zijn belangrijkste taak is er voor te zorgen dat ieder zijn eigen gedachten zorgvuldig formuleert en dat ieder zorgvuldig begrijpt wat anderen zeggen. Hij geeft mensen alle tijd om na te denken over de juiste verwoording. Hij zorgt ervoor dat deelnemers hun gedachtegang af kunnen maken en niet halverwege worden afgeleid door nieuwe ideeën van een andere deelnemer. Regelmatig vraagt hij een deelnemer het standpunt van een ander in eigen woorden weer te geven. Hij waakt ervoor, dat de discussie niet verder gaat, voordat ieder de laatste stelling begrijpt en er mee instemt. Hij let erop, dat relevante stellingen op papier verschijnen, in de bewoordingen van de leverancier. Hij levert suggesties voor de strategie, op basis van zijn oordeel over de vruchtbaarheid van de stelling waar verder de aandacht op wordt gericht. Soms vraagt hij de deelnemers om hun oordeel over een cruciale stelling die op het bord is verschenen op papier te zetten. Vervolgens wordt er een rondje gemaakt om alle standpunten te horen.
Kortom: van hem wordt vooral een procedurele inbreng gevraagd. Hij helpt de deelnemers gestructureerd na te denken.

“Het mag vreemd klinken, maar het is inderdaad zo, dat men filosoof wordt niet door de gaven van de geest, maar door de inspanning van de wilskracht.”

Persoonlijke lessen
Uit wat ik daar geleerd heb wil ik twee dingen lichten:
  1. Reinhold, mijn kamergenoot in Berlijn, merkte mijn ongeduld tijdens het zaak-gesprek en vroeg wat er aan de hand was. Ik zei dat ik het moeilijk vond om een bepaalde vraag 15 minuten voor me te moeten houden, omdat iemand anders nog bezig was zijn gedachten te ordenen. Hij reageerde: “Je moet er vertrouwen in hebben, dat de relevante vragen wel op zullen duiken tijdens   het gesprek, anders zijn ze niet belangrijk. En is jouw vraag belangrijk, dan is die dat na een half uur ook nog.” Sindsdien heb ik minder de neiging om eerst mijn vragen af te vuren. Ik wacht eerst of anderen ook dergelijke vragen hebben. Zo heb ik meer aandacht gekregen voor vragen van anderen.
  2. De paradox: streng zijn om vrij te zijn, houdt me bezig. In mijn trainingen probeer ik mensen zelfstandiger en onafhankelijker te leren werken. Ik wil niet dat mensen zich afhankelijk van mij als trainer of adviseur gaan opstellen. Maar hier heb ik geleerd, dat dat niet betekent dat ik niet streng hoef te zijn. Als we regels opstellen die onafhankelijk gedrag bevorderen, zullen cursisten die daarnaar streven aan deze regels moeten gehoorzamen. En ik mag ze daarop aanspreken.

Mogelijke toepassingen
Hoewel mijn bezoek aan dit seminar een privéonderneming was, biedt het Socratisch Gesprek wellicht inspiratie en enkele handvatten voor MT-activiteiten. Ik noem het wel eens een cursus ‘langzaam denken’. Het is een schitterende luisteroefening; het helpt schijnovereenstemming en   schijncommunicatie te voorkomen; het dwingt mensen de tijd te nemen om hun gedachten op een rijtje te zetten.
Het Socratisch Gesprek kent wel enkele beperkingen: het kost veel tijd, het vergt een binnen Philips niet altijd aanwezige openheid van de deelnemers naar elkaar toe en het is een hele rationele bezigheid, met weinig aandacht voor groepsdynamische aspecten.

Belangstelling
Wie nader kennis wil maken met het Socratisch Gesprek kan terecht bij de Internationale School voor Wijsbegeerte, waar op 23-24-25 oktober weer (parallel) een viertal Socratische Gesprekken worden gehouden. Je kunt kiezen uit de volgende vragen:

a. Hoe weet ik wanneer een gebeurtenis voorbij is?
b. Kun je iemands houding veranderen?
c. Kun je iets van een ander leren?
d. Gaat aan waarneming altijd theorie vooraf?

Kosten: FL 266,- (all-in)
Tijd: vrijdagavond 19.30 uur tot zondag 16.00 uur
Aanmelden bij:     Internationale   School voor Wijsbegeerte 
                           Dodeweg   8
                           3832   RD  LEUSDEN
                           Tel.:   033 - 650700 

 
English

Erik Boers

Dorien Brunt

Erica Koch

Brunhilde Legeland

Pieter Mostert

Maarten Rienks

Links

Blogs
Verkiezingsuitslag en Morele Intuities | Erik Boers
 
Leer de juiste woorden | Erik Boers
 
Online intervisie, mijn standpunt herzien | Erica Koch
 
Hoezo ambulantisering | Erik Boers
 
Ervaringen met online intervisie en werkzame bestanddelen | Erica Koch
 
Meer blogs >>
 
 

Het Nieuwe Trivium, filosoferen in organisaties | Nicolaas Beetsstraat 11, 5615 JH Eindhoven | 06 - 5516 6147 | info@hetnieuwetrivium.nl |